Column van Inge Janse ‘Waterschappen: je weet maar nooit’

Inge Janse (Vers Beton) las 11 december 2018 tijdens de Groeneconferentie ‘water en de stad’  van het Rotterdams Milieucentrum weer zijn jaarlijkse column. Geheel in het teken van het thema van de conferentie over de waterschappen en de komende waterschapsverkiezingen. Na de column werd het ‘grote waterschapsdebat’ gehouden met de lijsttrekkers van WaterNatuurlijk, de Algemene Waterschaps Partij, VVD en CDA voor het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard en Wouter Joosten (vertegenwoordiger Natuurterreinen in het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap).

Lieve, lieve deelnemers aan Het Grote Waterschapsdebat
Lieve, lieve, lieve deelnemers.
Lieve deelnemers!
Wat fijn dat jullie er zijn!
Ik zeg dat tegen jullie uit barre armoede. Want als ik het niet zeg, dan zegt niemand het. Want ja. Het grote waterschapsdebat.
Ik zeg het maar zoals het is: niemand houdt van jullie.
Niemand.En het is niet eens dat Rotterdammers een hekel aan jullie hebben. Was het maar zo’n feest. Dan hadden ze er tenminste een mening over.
Nee, Rotterdammers boeit het gewoon niets, die waterschappen.

Dat is al tragisch zat. Maar jullie leggen je er nog bij neer ook! Want niemand, maar dan ook niemand zal ooit begrijpen waarom hij moet stemmen voor de waterschappen. Wie de sites van de deelnemers bekijkt, krijgt het gevoel in een Chinees restaurant beland te zijn geraakt, waar de menukaart enkel in het Mandarijn beschikbaar is. Dat je keuze eten oplevert, dat staat vast. Maar hoe dat eten van elkaar verschilt, en waarom, dat zal niemand ooit begrijpen.
Dat gebrek aan identiteit begint al bij de a-politieke partijen die meedoen.
Water Natuurlijk meldt op de website zich te onderscheiden door ‘onze inzet voor natuur, landschap en recreatie’. De partij schrijft: “Water Natuurlijk zoekt altijd naar een goede balans tussen veilig, mooi, gezond en betaalbaar water.” Hoe is dat onderscheidend? Dat wil toch iedereen? Gratis geld erbij, en we zijn rond. Bovendien belooft één van de concurrenten, De Algemene Waterschapspartij, zo ongeveer precies hetzelfde. “Als AWP streven we naar droge voeten en het voorkomen van overlast en het beperken van de financiële lasten.”
Ja, het zou ook heel opvallend zijn als AWP streeft naar zeiknatte poten, het aanjagen van massale chaos en maximaliseren van nepotistische zelfverrijking.

Bij de politieke deelnemers is het niets beter. Sterker nog: daar zijn de lethargie en inwisselbaarheid nóg erger.
Neem de VVD. Nee, een programma heeft zij niet voor de waterschappen, maar wel een Twitteraccount, dat alleen al sinds 2016 niet meer is bijgewerkt. Zolang is er blijkbaar al niets meer te zeggen over het belang van het waterschap.

Het CDA doet het iets beter: er is namelijk na veel gezoek op internet een lijsttrekker te vinden! Dorenda Gerts, wethouder in Waddinxveen, gaat de boot trekken. Maar ook zij komt niet verder dan enkele gemeenplaatsen, zoals “Water en waterveiligheid, waterkwaliteit en kwantiteit zijn belangrijk.” en “Ik sta daarbij voor zorgvuldig omgaan met de waterschapsbelastingen.” Heel knap hoor, Dorenda. Dat zal pittige debatten opleveren, opkomen voor veiligheid, kwaliteit en financiën!

Bij mijn zoektocht naar de laatste van de vijf partijen die vanavond aanwezig zijn, de PvdA, moest ik zowaar bijna huilen, zo zielig vond ik het. Nu hebben de socialisten het al niet makkelijk, maar zó weinig ambitie, zó weinig levensvreugde, dat was nieuw voor me. De PvdA communiceert via een Facebookpagina. Op zich prima, Jesse Klaver is er groot mee geworden. Maar er straalt zo weinig ambitie vanaf, dat zelfs de schrijver van het laatste bericht, uit 2015, van te voren de moed opgaf. Hij meldde iets over kwijtschelding, waarvan weet niemand, en dat doet er ook niet toe, blijkt uit de laatste woorden van zijn bericht. “Helaas kunnen wij hier als PvdA waarschijnlijk niet veel aan doen, omdat wij niet in het college zitten. Toch gaan we het proberen. Je weet maar nooit.”

Die laatste zin vat de maatschappelijke liefde voor jullie, de deelnemers aan het Grote Waterschapsdebat, prachtig samen. Ooit noemde onze overheid de verkiezingen voor Europa ‘best wel belangrijk’. Mijn suggestie voor jullie slogan: Stemmen op Waterschappen. Je weet maar nooit.

Maar, en laat dit heel duidelijk zijn: ik ben niet teleurgesteld in jullie. Verre van. Jullie zijn gewoon veroordeeld tot een onderwerp dat heel belangrijk is, maar waar weinig onderscheidend vermogen voor bestaat. Niemand die de grap ‘willen jullie meer of minder water? dan gaan we dat regelen’ maakt. Niemand die voorstelt om een muur om Nederland te bouwen zodat water uit Syrië ons land niet meer in kan komen. Niemand die vindt dat er meer plassen en sloten moeten komen voor water met een middeninkomen. Geen ven of sloot die een geel hesje aantrekt uit onvrede met jullie beleid. Jullie zijn het allemaal met elkaar eens: Nederland moet niet overstromen, water moet schoon zijn, en dat alles moet de burgers geen dertiende maand kosten. 

Toch?

Ik weet het ook eigenlijk niet. En dat is gelijk het probleem. Niemand weet het! Jullie partner en kinderen daargelaten (en zelfs daar betwijfel ik het van), weet niemand waar jullie voor staan.

Daarom dit pleidooi: zwem uit je schulp. Jullie zijn groter, slimmer en belangrijker dan ‘Waterschappen: je weet maar nooit’ of ‘Waterschappen: best wel belangrijk’. Mij part steken jullie collectief de dijken door, om je punt voor eens en altijd te maken dat het maar eens afgelopen moet zijn met die lethargie rondom waterveiligheid.

Doe dus ons, de Rotterdammers, en daarmee jezelf een groot plezier, en maak duidelijk wat er op het spel staat. Geef ons iets te kiezen. Neem ons serieus. Misschien, heel misschien, nemen we jullie dan ook ooit serieus. Je weet maar nooit.

Dank u wel.”